Window, object

                   





Geeft een venster in de ontwikkelomgeving aan.

Notities

Gebruik het object Window om vensters weer te geven, te verbergen of te verplaatsen.

Belangrijk   De Macintosh bevat objecten, eigenschappen en methoden voor het besturen van gekoppelde vensters, gekoppelde beeldvensters en gedokte vensters voor compatibiliteit met programmacode die in Windows is geschreven. Deze taalelementen leiden echter tot runtimefouten als ze worden uitgevoerd op de Macintosh.

U kunt de methode Close gebruiken om een venster in de collectie Windows te sluiten. De methode Close heeft het volgende effect op verschillende typen vensters:

Venster Resultaat van gebruik van de methode Close
Venster Programmacode Verwijdert het venster uit de collectie Windows.
Ontwerper Verwijdert het venster uit de collectie Windows.
Window-objecten van het type gekoppeld vensterkader Vensters worden ontkoppelde afzonderlijke vensters.

Opmerking Wanneer u de methode Close gebruikt met programmacodevensters en ontwerpers, wordt het venster gesloten. Stelt u de eigenschap Visible in op False, dan wordt het venster verborgen maar niet gesloten. Hetzelfde gebeurt wanneer u de methode Close gebruikt met ontwikkelomgevingvensters (bijvoorbeeld het venster project of het venster Eigenschappen). Ook dan wordt de eigenschap Visible ingesteld op False.

U kunt de methode SetFocus gebruiken om de focus naar een venster te verplaatsen.

U kunt de eigenschap Visible gebruiken om de zichtbaarheid van een venster door te geven of in te stellen.

Om te achterhalen met welk type venster u werkt, kunt u de eigenschap Type gebruiken. Als u meer dan ΘΘn venster van een type hebt, bijvoorbeeld meerdere ontwerpers, kunt u met behulp van de eigenschap Caption bepalen met welk venster u werkt. U kunt het venster waarmee u wilt werken, tevens vinden met behulp van de eigenschap DesignerWindow van het object VBComponent of de eigenschap Window van het object CodePane.